Menu
Sluit

 

Nieuwe AOW-regels 2016

De AOW-leeftijd gaat vanaf 2016 versneld omhoog, ook wordt het voor AOW’ers makkelijker om door te werken op basis van een arbeidsovereenkomst.

Wat verandert er? Op dit moment is de AOW-leeftijd 65 jaar en 3 maanden. Deze gaat omhoog naar 65 jaar en 6 maanden in 2016, naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Ook wordt het voor AOW’ers vanaf 1 januari 2016 makkelijker om door te werken op basis van een arbeidsovereenkomst, bij de eigen of bij een andere werkgever. Op dit moment zijn AOW’ers die willen doorwerken vaak aangewezen op werk via een uitzendbureau of als ZZP’er. 

Wat betekenen de wijzigingen voor werkgevers?
Het wordt voor werkgevers aantrekkelijker om AOW’ers langer in dienst te houden, zodat langer gebruik kan worden gemaakt van hun kennis en ervaring. Zo wordt bijvoorbeeld de opzegtermijn van hun contract één maand en wordt de loondoorbetaling bij ziekte teruggebracht naar dertien weken in plaats van twee jaar, ook omdat AOW’ers geen recht hebben op WIA. Werkgevers vinden de loondoorbetaling bij ziekte nu vaak nog een belangrijke belemmering om gepensioneerden in dienst te houden of aan te nemen. In 2018 worden de nieuwe maatregelen geëvalueerd. Dan wordt bepaald of de loondoorbetaling bij ziekte tot zes weken wordt teruggebracht.

Verdringen de AOW’ers de andere werknemers dan niet?
Voor de private sector geldt al de regel dat werkgevers verplicht zijn om doorwerkende AOW’ers als eerste te ontslaan bij een reorganisatie. Die regel gaat ook voor de publieke sector gelden. Ook is een werkgever niet verplicht om in te gaan op een verzoek van een AOW’er om het aantal werkuren uit te breiden. Zo wordt voorkomen dat dit ten koste gaat van andere werknemers. 

Wat houdt de overbruggingsregeling voor AOW’ers in?|
Als medewerkers met prepensioen of VUT zijn, kunnen zij door de verhoging van de AOW-leeftijd te maken krijgen met een inkomensgat. Dit gat ontstaat omdat hun AOW-uitkering later ingaat dan hun prepensioen- of VUT-uitkering stopt. Op de website Wijzer in geldzaken kunnen medewerkers berekenen of zij onder de overbruggingsregeling vallen en hoe hoog hun uitkering is. Aanvankelijk zou de huidige overbruggingsregeling in 2019 eindigen, dit wordt 2023. De regeling geldt ook voor medewerkers die tussen 1 januari 2013 en 1 juli 2015 met VUT of vroegpensioen zijn gegaan voor het AOW-gat dat door de versnelde verhoging ontstaat. De oorspronkelijke overbruggingsregeling gold alleen voor mensen die vóór 2013 met vervroegd pensioen waren gegaan.

Wie komen in aanmerking voor de overbruggingsregeling?
De regeling biedt medewerkers die geen of te weinig (gezamenlijk) inkomen hebben in de periode tussen 65 jaar en de verhoogde AOW-leeftijd ter overbrugging een uitkering op minimumniveau. Voor alleenstaande werknemers is de inkomensgrens tot 200% van het wettelijk minimumloon (WML). Dat is een bruto maandbedrag van € 3.003,60. Voor samenwonende medewerkers geldt een gezamenlijk inkomensgrens van 300% van het WML. Dat is een bruto maandbedrag van € 4.505,40.

Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Waarom is dat? 
Ouderen leven steeds langer. Op basis van de huidige stand van de volksgezondheid en de medische technologie hebben 65-jarigen gemiddeld nog 19,8 jaar te leven. Deze ‘virtuele levensduur’ is sinds de introductie van de AOW in 1957 met 5 jaar gestegen. De prognose voorziet een verdere stijging met nog eens 5 jaar tot 2060. Deze stijging kan ook enkele jaren hoger of lager uitvallen, omdat onzeker is hoe de ontwikkeling van de levensduur zich in de toekomst doorzet. In de praktijk leven 65-plussers gemiddeld langer dan hun virtuele levensduur. Omdat zij ook nog profiteren van de medische ontwikkelingen na hun 65e. Verwacht wordt dat de mensen die dit jaar 65 werden daardoor gemiddeld nog 21,1 jaar zullen leven. 

Welke andere regels gelden er voor AOW’ers?
Sinds 1 juli van dit jaar hebben AOW’ers als gevolg van de Wet Aanpak Schijnconstructies, net als andere werknemers, al recht op ten minste het minimumloon. Dat recht hadden ze eerder nog niet. Als er een cao van toepassing is moet een AOW’er uiteraard hetzelfde cao-loon ontvangen als andere werknemers die hetzelfde werk doen.

  • In de Wet Werk en Zekerheid is al geregeld dat een werkgever het contract bij het bereiken van de AOW-leeftijd zonder tussenkomst van UWV of rechter kan opzeggen. Ook hoeft er geen transitievergoeding betaald te worden. Wanneer een AOW’er daarna in vaste dienst wordt genomen gelden wel weer de gewone ontslagregels. Behalve dat er ook dan geen transitievergoeding betaald hoeft te worden bij ontslag.